Burgerwetenschappers monitoren jaar lang waterkwaliteit kleine wateren

Burgerwetenschappers meten waterkwaliteit voor het NIOO-gebouw
© Rosan van Halsema/NIOO-KNAW

Burgerwetenschappers monitoren jaar lang waterkwaliteit kleine wateren

Start 'Water op de kaart'
Nieuws

Perscontact

Een groep burgerwetenschappers meet sinds maandag 9 september een jaar lang de gevolgen voor de kwaliteit van het water rond een riooloverstort. Dit doen ze in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Natuur & Milieu.

Het onderzoek is onderdeel van een nieuw project om de waterkwaliteit van kleine oppervlaktewateren in Nederland beter in kaart te brengen. De burgerwetenschappers kijken niet alleen naar een riooloverstort, maar ook naar een vergelijkbare locatie zonder overstort. Door deze twee te vergelijken wordt duidelijk hoeveel winst er te halen is voor waterkwaliteit door riooloverstortproblematiek aan te pakken. De lokale bevindingen zullen uiteindelijk worden gebruikt om landelijk maatregelen en beleid voor te stellen.

Watermonsters

"Dit nieuwe project Water op de Kaart is een opvolger van ons gezamenlijke succesvolle programma Vang de Watermonsters," vertelt Rob van Tilburg, directeur programma’s van Natuur & Milieu. "Binnen dit programma onderzochten we vijf jaar op rij de waterkwaliteit met burgerwetenschappers in heel Nederland. De resultaten waren schokkend. De kwaliteit van de sloten, beekjes, meren, grachten en plassen bij ons allemaal om de hoek blijkt van slechte kwaliteit. Dit zijn de wateren waar je in de zomer verkoeling zoekt, waar je hond in zwemt, die afwateren op water waar we drinkwater van maken en natuurlijk ook heel belangrijk zijn voor de natuur."

Succesfactoren zoeken

Met Water op de Kaart willen het NIOO en Natuur & Milieu een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van deze wateren. "We starten in het stedelijk gebied, waar een belangrijke bron van vervuiling komt door riooloverstorten. Bij de harde plensbuien die Nederland tegenwoordig kent, zit het riool overvol met water, en stroomt het over naar de omliggende wateren. En daarmee alles wat er in dat riool zit. Dat varieert van medicijnresten en drugs tot natuurlijk poep en plas," legt NIOO-onderzoeker Rosan van Halsema uit.

"We hebben samen met de burgerwetenschappers een meetmethode ontwikkeld, waarin we jaarrond twee keer per maand verschillende indicatoren gaan meten op plaatsen waar het riool overstort en op plaatsen waar dat niet zo is. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan wadi’s of groene daken zodat het regenwater geleidelijk weg kan." Op deze manier wordt een plan van aanpak ontwikkeld met wetenschappelijk onderbouwde resultaten over de aanpak van riooloverstorten en de effecten op verbetering van de waterkwaliteit.

Images
  • Rosan van Halsema/NIOO-KNAW
    Burgerwetenschappers meten de waterkwaliteit van de NIOO-vijver.
  • Rosan van Halsema/NIOO-KNAW
    Burgerwetenschappers maken meetapparatuur om waterkwaliteit te meten.

Oplossing is optelsom

Naast de burgerwetenschappers worden ook bewoners, waterschappen en gemeenten rond de overstorten direct betrokken bij het project. Een deel van de oplossing ligt ook bij mensen thuis. Door bijvoorbeeld de regenpijp af te koppelen of tegels uit de tuin te halen, kan het regenwater beter worden opgevangen en gemakkelijker weg zodat de riolen minder snel overstromen.

"Er is dus niet één oplossing die alle problemen verhelpt, het is een optelsom van veel activiteiten van waterschappen, gemeenten en mensen thuis. Het is daarom ook belangrijk om met al deze partijen te werken binnen Water op de Kaart," legt Van Tilburg uit.