"Wilde dieren terugbrengen in een landschap kan meer dan één probleem oplossen"

"Wilde dieren terugbrengen in een landschap kan meer dan één probleem oplossen"
Perscontact
Verstedelijking, afname van de biodiversiteit en klimaatverandering? Het gericht ‘verwilderen’ van het landschap, waarbij je voedselketens herstelt met het terugbrengen van dieren, kan een hoop wereldwijde problemen helpen aanpakken. Onderzoeker Liesbeth Bakker van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) heeft met een Deense expert een themanummer over ‘rewilding’ samengesteld voor het gerenommeerde tijdschrift Phil Trans B. Dat staat nu net online.
Met het uitsterven van diersoorten verdwijnt ook vaak hun rol in de natuur. "Er is steeds meer bewijs dat de wereldwijde terugloop van wilde dieren niet alleen leidt tot het verlies van charismatische soorten, maar ook tot het wegvallen van belangrijke functies in ecosystemen," stelt ecoloog Liesbeth Bakker van het NIOO.
Dat kan rampzalige gevolgen hebben. Het verdwijnen van grote grazers betekent bijvoorbeeld, dat er meer plantenmateriaal overblijft omdat het niet wordt opgegeten. En dus is er meer dan normaal 'brandstof' voor natuurbranden.
Vooral grote dieren zijn slachtoffer van overexploitatie door de mens. Van de grote grazers die uitstierven in de prehistorie tot aan de olifanten en neushoorns die vandaag de dag ten prooi vallen aan stropers.
Van meningen naar feiten
De rol van de dieren in het voedselweb is dus van groot belang als je natuur wilt herstellen. Je kunt het voedselweb (weer) opbouwen door de introductie van soorten. “Dit noemen we trophic rewilding,” legt Bakker uit. “Je hebt ook nog andere vormen van rewilding.”
Een mooi voorbeeld is de herintroductie van een kleine groep wolven in het Amerikaanse Yellowstone Park in 1995. Als gevolg gingen zelfs rivieren anders stromen. Door de wolven bleven herten namelijk weg uit bepaalde delen van het park. De erosie van de rivieroevers nam daardoor af, er sijpelde minder water weg en op veel plekken vormden zich poelen: een ideale omgeving voor biodiversiteit.
Rewilding is een modieus begrip aan het worden. Op allerlei plekken proberen mensen iets uit, en velen hebben er een mening over. “Maar tot nu toe ontbrak de wetenschappelijke onderbouwing grotendeels,” zegt Bakker als deskundige. Het themanummer dat zij samen met de Deense onderzoeker Jens-Christian Svenning van de universiteit van Aarhus heeft samengesteld, brengt daar nu verandering in.
Eland en wisent
Onderzoekers uit de hele wereld delen hun gegevens in het themanummer. Zo blijkt dat in het poolgebied grote soorten zoals rendieren en muskusossen de invloed van klimaatverandering helpen tegengaan.
Ook andere voorbeelden van re-wilding tonen een positieve impact. Als je in een gebied bijvoorbeeld herkauwers zoals koeien vervangt door niet-herkauwende wilde soorten, wordt er minder van het broeikasgas methaan uitgestoten. Bevers bevorderen de diversiteit van waterplanten, terwijl hoefdieren dat effect op kleine geleedpotige diertjes hebben. En tot slot kan het terugplaatsen van inheemse roofdieren een probaat middel zijn tegen invasieve exoten.
Bakker vult aan: “Klimaatverandering vormt veelal geen belemmering voor de verspreiding en het herintroduceren van grote dieren: in Nederland kunnen soorten als wisent en eland bijvoorbeeld gemakkelijk leven." Het vakgebied moet zich gaan ontwikkelen tot een zogenaamd ‘transdisciplinair’ veld, waar wetenschap en praktijk nauw samenwerken en waar zowel ecologie, sociologie, geografie als economie een plaats in heeft.
Geslaagd recept
"Uit al deze studies blijkt dus dat trophic rewilding een veelbelovend middel is om de negatieve impact van wereldwijde veranderingen op het functioneren van ecosystemen tegen te gaan", concludeert Bakker. "Maar je ziet ook dat het niet genoeg is om tot rewilding over te gaan zonder aanvullende maatregelen."
Bij een recept voor geslaagde rewilding speelt de beschikbare (speel)ruimte in het landschap mee. “Door ook de waterhuishouding en het landgebruik aan te passen is de potentie veel groter.” Dat creëert een waardevolle buffer tegen zowel droogte als overstromingen. Een ander punt is de schaal: de beste resultaten krijg je bij grootschalige rewilding. Bakker: “Als het landschap versnipperd is, zal beheer nodig blijven. Maar ook hier kan je het landschap natuurlijker maken.”
“Nederland loopt echt voorop wat betreft kennis en ervaring met trophic rewilding voor natuurherstel,” zegt Bakker. Dat komt goed uit, voor zo’n drukbevolkt en drukgebruikt land als het onze.
Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) is met ruim 300 medewerkers en studenten een van de grootste onderzoeksinstituten van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het is gespecialiseerd in de ecologie van het water en het land: hoe werkt de natuur? Sinds 2011 is het gevestigd in een duurzaam gebouwd onderzoekspand in Wageningen. De historie van het onderzoek gaat meer dan 60 jaar terug en loopt door ons hele land, en ver daarbuiten.
Voor meer informatie:
- Onderzoeker dr. Liesbeth Bakker, NIOO-afdeling Aquatische Ecologie, tel. 06-31152935, l.bakker@nioo.knaw.nl
- Hoofd wetenschapscommunicatie Froukje Rienks, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), tel. 06-10487481 / 0317-473590, f.rienks@nioo.knaw.nl
Themanummer:
- ‘Trophic rewilding: consequences for ecosystems under global change’, georganiseerd en geredigeerd door Liesbeth Bakker en Jens-Christian Svenning, Philosophical Interactions of the Royal Society B, volume 373, issue 1761, 5 December 2018 (maar nu al online, 10.1098/rstb/373/1761), http://rstb.royalsocietypublishing.org/content/373/1761. Omdat de week van 22 oktober Open Access Week is, zijn alle artikelen een week lang voor iedereen toegankelijk.
Overzichtsartikel:
- Trophic rewilding: impact on ecosystems under global change, Elisabeth S. Bakker & Jens-Christian Svenning, http://rstb.royalsocietypublishing.org/content/373/1761/20170432