Trekvogels versnellen naar de Noordpool, maar de klok tikt door

Trekkende brandganzen
© Hans-Joachim Augst

Trekvogels versnellen naar de Noordpool, maar de klok tikt door

Persbericht

Perscontact

Door klimaatverandering begint de lente in het noordpoolgebied steeds eerder in het jaar. Hierdoor staan trekvogels onder druk hun voorjaarsmigratie naar het noorden te versnellen om te voorkomen dat ze te laat aankomen op hun broedplaatsen. Uit een nieuwe studie, geleid door onderzoekers van de UvA en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), komt naar voren dat veel Arctische watervogels sneller kunnen migreren. Ze blijken in staat de tijd te verkorten die ze besteden aan het rusten en bijtanken tijdens de reis of aan het opvetten voorafgaand aan vertrek. Maar die strategie werkt waarschijnlijk alleen tijdelijk, waarschuwen de onderzoekers.

In hun studie, gepubliceerd op 9 september 2025 in Nature Climate Change, volgden de onderzoekers met behulp van GPS de voorjaarstrek van meer dan 500 vogels van vijf grote watervogelsoorten: rotganzen, brandganzen, kolganzen, kleine rietganzen en kleine zwanen. Ze combineerden de zenderdata met langetermijngegevens over het lichaamsgewicht van vogels in hun overwinteringsgebieden.

Hans Linssen - NIOO-KNAW
Voorjaarsmigraties en zenderdata van vijf in het Noordpoolgebied broedende watervogelsoorten

Kortere reistijd

Om hun broedgebieden te bereiken, moeten de vogels elk voorjaar duizenden kilometers afleggen. Het grootste deel van de reis brengen ze niet vliegend door, maar rustend en bijtankend. Het onderzoeksteam ontdekte dat de meeste van de onderzochte soorten de reistijd aanzienlijk kunnen verminderen door hun rust- en foerageertijden te verkorten. Maar niet alle vogelsoorten kunnen even flexibel reageren op veranderende voorjaarsomstandigheden. In jaren waarin het Noordpoolgebied vroeg ontdooide, wisten soorten als de kolgans en de kleine zwaan hun tussenstops te verkorten en eerder aan te komen. Kleine rietganzen en rotganzen pasten zich onderweg minder aan, mogelijk omdat zij sowieso minder tussenstops maken.

‘Vogels met meer tussenstops en kortere vluchten daartussen kunnen de voorjaarsomstandigheden beter volgen’, legt UvA-bewegingsecoloog Hans Linssen uit. ‘Soorten die langere etappes of over zee vliegen, hebben waarschijnlijk minder mogelijkheden om te reageren op een vroege of late lente.’

  • Hans-Joachim Augst
    Kleine zwanen
  • Hans-Joachim Augst

Opvetten

In tegenstelling tot eerdere studies keken de onderzoekers ook naar de opvettijd voorafgaand aan vertrek. Die opvettijd blijkt vooral belangrijk voor soorten als de brandgans en de rotgans, die sterk afhankelijk zijn van energievoorraden die ze vóór de trek opbouwen. Door deze tijd mee te nemen in de analyse, werd duidelijk dat de vogels meer speling hadden om hun trek te versnellen dan eerder werd aangenomen. Sommige individuen wisten hun totale opvettijd met wel 30% te verkorten, waardoor ze tientallen dagen eerder aankwamen dan in eerdere jaren.

Natuurlijke grenzen

Ondanks de aanpassingen die de vogels weten te maken, waarschuwen de onderzoekers dat het versnellen van de trek natuurlijke grenzen heeft. Snel kunnen opvetten vraagt om voedsel van hoge kwaliteit en gunstige omstandigheden, zoals weinig verstoring, en die zijn er niet altijd. Bovendien zijn er zorgen dat vogels die sneller migreren, in slechtere conditie aankomen, wat hun broedsucces kan beïnvloeden.
Op basis van de huidige klimaatontwikkelingen en gegevens over sneeuwsmelting schatten de onderzoekers dat de waargenomen flexibiliteit in de timing van hun migratie de vogels nog zo’n twee tot drie decennia kan helpen om gelijke tred te houden met de lente. Daarna zal snellere migratie alleen niet meer voldoende zijn. 
 

Hoop en zorg

‘Onze onderzoeksresultaten zijn zowel hoopgevend als zorgwekkend’, aldus Linssen. ‘Het aanpassingsvermogen van de meeste Arctische watervogels blijkt indrukwekkend. Maar als we kijken naar de huidige snelheid waarmee de Noordpool opwarmt, tikt de klok door. Rond het midden van deze eeuw zullen de vogels mogelijk andere strategieën moeten gaan inzetten, zoals het veranderen van overwinteringsgebied of van complete migratieroutes, om te voorkomen dat ze uit de pas gaan lopen met de lente op de Noordpool.’
 

Timing bepalend voor succes of mislukking

Voor hun broedsucces en overleving is het voor de trekvogels cruciaal dat ze op tijd het Noordpoolgebied bereiken. Als het voorjaar aanbreekt en de sneeuw gaat dooien, is er een explosie van insecten, planten en ander voedsel. Deze piek duurt maar enkele weken. Als vogels te laat aankomen, missen ze het moment waarop voedsel in overvloed aanwezig is om hun jongen groot te brengen. Daarnaast is er maar een smalle tijdsspanne waarin eieren gelegd, uitgebroed kunnen worden en de jongen gevoed kunnen worden voordat de kou terugkomt. Vertraging kan betekenen dat jongen de trek naar het zuiden niet overleven. 

Het wetenschappelijke artikel

Scope for waterfowl to speed up migration to a warming Arctic. Hans Linssen, Thomas Lameris, Michiel Boom, Rascha Nuijten, Nelleke Buitendijk, Adriaan Dokter, Barwolt Ebbinge, Götz Eichhorn, Jan Geisler, Trinus Haitjema, Andrea Kölzsch, Helmut Kruckenberg, Jutta Leyrer, Jesper Madsen, Carl Mitchell, Sander Moonen, Gerhard Müskens, Kees Schreven, Lisa Vergin, Tom Versluijs, Judy Shamoun-Baranes, Emiel van Loon, Bart Nolet: in: Nature Climate Change (9 september 2025). Doi: 10.1038/s41558-025-02419-6