Steven Declerck aangesteld tot hoogleraar bij de KU Leuven

Steven Declerck

Steven Declerck aangesteld tot hoogleraar bij de KU Leuven

Nieuws

Per 1 oktober heeft de Belgische universiteit KU Leuven Steven Declerck aangesteld tot hoogleraar aan het Departement Biologie. Steven Declerck is aquatisch ecoloog bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), waar zijn onderzoek focust op het vermogen van zoöplankton zich aan te passen aan omgevingsveranderingen. In dit interview vertelt Declerck over zijn loopbaan en onderzoeksveld.

Kun je iets vertellen over je loopbaan tot nu toe?

'Ik ben van Belgische nationaliteit, maar woon al 14 jaar in Nederland. Ik ben bioloog van opleiding, gestudeerd en gepromoveerd aan de Universiteit Gent. Vervolgens ging ik aan de slag als onderzoeker aan de KU Leuven, waar ik eerst wetenschappelijk medewerker was en daarna postdoctoraal onderzoeker. In 2008 won ik een reisbeurs voor een jaar onderzoek aan de University of British Columbia (Vancouver, Canada). In 2010 werd ik door het NIOO aangenomen in een tenure track-positie, waarna ik in 2015 werd benoemd als senior onderzoeker. Sinds 2017 ben ik ook opnieuw verbonden aan de KU Leuven, eerst een jaar als deeltijds gastprofessor, daarna vijf jaar als deeltijds Universitair Hoofddocent en sinds oktober dit jaar als deeltijds hoogleraar.'

Waar doe je onderzoek naar?

'Tijdens mijn loopbaan als aquatisch ecoloog heb ik uitgebreid onderzoek gedaan naar de vraag hoe door de mens veroorzaakte omgevingsveranderingen de biodiversiteit en het functioneren van zoetwatersystemen beïnvloeden, zowel op lokale als regionale schaal. De laatste jaren ben ik sterk geïnteresseerd geraakt in het vermogen van zoetwaterzoöplankton om zich snel genetisch aan te passen, en wat de ecologische gevolgen daarvan zijn. Verschillende experimenten in mijn groep laten een verbluffend vermogen van zoöplankton zien om zich snel aan toenemende niveaus van omgevingsstress aan te passen, zoals lage voedselkwaliteit, verzilting, hitte en verhoogde concentraties van metalen. Aan dit vermogen zijn echter grenzen, en genetische aanpassingen kunnen ook gevolgen hebben voor de genetische diversiteit en het toekomstig evolutionair vermogen van deze organismen, en hoe zij vervolgens met andere stressoren omgaan. Zo hebben we aangetoond dat snelle aanpassing van raderdieren aan een warme omgeving hun vermogen om met de toxiciteit van metalen om te gaan sterk vergroot, terwijl het omgekeerde effect niet optreedt.'

Waarom is dit onderzoek belangrijk om te doen?

'De natuur is door menselijk toedoen sterk aan het veranderen, en populaties van wilde organismen worden steeds meer geconfronteerd met nieuwe bedreigingen als gevolg van onder andere de klimaatverandering, vervuiling, en de versnippering en vernietiging van hun leefgebied. Of bepaalde soorten kunnen blijven gedijen wordt sterk bepaald door hun capaciteit om zich op tijd aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Snelle evolutionaire aanpassing kan ook leiden tot allerlei veranderingen in de kenmerken waarmee soorten met hun omgeving interageren. Dit kan dan weer gevolgen hebben, niet alleen voor de biodiversiteit, maar ook voor het functioneren van de ecosystemen waar deze soorten onderdeel van uitmaken. En dit functioneren levert weer de diensten die ecosystemen dagelijks aan de menselijke maatschappij bieden.  Volgens mij onderschatten nog te veel ecologen het belang hiervan.

Je zou kunnen zeggen dat de ecologische gevolgen van door de mens veroorzaakte veranderingen in de natuur nooit ten volle zullen kunnen worden begrepen of voorspeld als micro-evolutionaire dynamieken niet in rekening worden gebracht. Uiteraard hangt het relatieve belang van snelle evolutie sterk af van het organisme, het systeem en de tijdschaal. Het is daarom een belangrijke uitdaging om snel meer inzicht te krijgen in de omstandigheden waaronder snelle evolutie wel of niet een significant verschil kan maken.'

Wat betekent de nieuwe aanstelling tot hoogleraar aan de KU Leuven voor je?

'Mijn benoeming tot hoogleraar zie ik als een bekroning van mijn onderzoeksloopbaan en een waardering voor de onderwijsinspanningen die ik de laatste jaren aan de KU Leuven heb verricht. De aanstelling aan de KU Leuven geeft me de kans om bij te dragen aan de vorming van de volgende generaties biologen, een heel belangrijke taak in het licht van de ecologische uitdagingen die onze maatschappij nu en in de nabije toekomst te wachten staan. Verder bevordert de aanstelling de uitwisseling van ideeën en samenwerking tussen het NIOO en onderzoekers aan de KU Leuven.'

Wat voor plannen heb je voor de komende tijd?

'Graag zou ik willen weten hoe algemeen toepasbaar onze resultaten zijn. We weten nu dat adaptatie van populaties aan stressoren sterk kan bepalen hoe goed ze met andere stressoren kunnen omgaan. Echter, we weten nog niet goed of er algemene principes zijn waarmee we deze interacties kunnen voorspellen. Daarnaast wil ik dieper ingaan op de vraag hoe adaptatie de genetische diversiteit en daarmee het toekomstig evolutionair potentieel beïnvloedt. Intrigerend is ook het idee dat populaties niet afzonderlijk, maar tegelijkertijd in een gemeenschapscontext met andere soorten evolueren. Soorten die binnen een gemeenschap leven kunnen onderling verschillen in hun micro-evolutionair potentieel, en tegelijkertijd kunnen ze elkaars micro-evolutionaire trajecten via ecologische interacties beïnvloeden. Het lijkt me bijzonder interessant om te onderzoeken in hoeverre deze lagen van complexiteit bepalend zijn voor hoe volledige levensgemeenschappen reageren op antropogene veranderingen.'