Red de kuikens, red de populatie

Magali Frauendorf
© Magali Frauendorf

Red de kuikens, red de populatie

Promotie Magali Frauendorf over achteruitgang scholekster in Nederland
Nieuws

Perscontact

Het broedsucces van scholeksters in het door mensen gedomineerde Nederland is te laag om de populatie in stand te houden. Om te begrijpen wat er misgaat, en er met beheermaatregelen iets aan te doen, moet je rekening houden met drukfactoren die niet altijd en overal hetzelfde zijn. Magali Frauendorf promoveerde vandaag in Nijmegen op het onderzoek dat ze hiernaar deed bij het NIOO.

Met mijn proefschrift wil ik beter inzicht krijgen in hoe potentiele drukfactoren de populatiedynamiek van de scholekster in Nederland beïnvloeden, waarbij ik me op het broedsucces focus.

Magali Frauendorf

Het gemiddelde broedsucces van scholeksters in Nederland is 0,1 jongen per paar. Ver onder het niveau dus dat nodig is voor een stabiele populatie. In onderzoek naar de teruggang van weidevogels wordt vaak de impact van de mens op de omgeving genoemd als mogelijke oorzaak. Denk bijvoorbeeld aan de steeds intensiever wordende landbouw.

Maar om te verklaren waarom sommige soortgroepen hierdoor zo drastisch achteruitgaan, en om het tij te kunnen keren, moet je niet alleen weten welke drukfactoren er zijn, schrijft Magali Frauendorf in haar proefschrift. Je moet ook begrijpen hoe die factoren elkaar beïnvloeden, en welke rol variatie in ruimte en tijd speelt bij het uiteindelijke broedsucces.

Ideale studiesoort

Dat is lastig te bepalen, omdat individuele vogels bij migrerende soorten door verschillende factoren beïnvloed kunnen worden in verschillende stadia van de jaarlijkse cyclus, die geografisch van elkaar zijn gescheiden. Frauendorf schrijft dat de scholekster wat dat betreft een ideale studiesoort is, omdat we door de jaren heen al veel kennis hebben kunnen verzamelen.

Dat is o.a. dankzij de langetermijnmonitoring op het waddeneiland Schiermonnikoog, en de inzet van een netwerk van 'citizen scientists'. Ringaflezingen en veldwaarnemingen, door vrijwilligers én professionals, vergroten ons begrip van de ruimtelijke en temporele variatie van de reproductie van scholeksters, en de druk die daarop wordt uitgeoefend.

Vliegende buren

Op die manier kijken levert interessante inzichten op, bijvoorbeeld over de impact van roofdieren. Scholeksters krijgen te maken met  roofvogels én met landroofdieren zoals de op Schiermonnikoog zeer succesvolle wilde kat. Scholeksterkuikens zijn nestblijvers: ze moeten gevoerd worden en zijn hulpeloos. Dat maakt ze tot een relatief makkelijke prooi.

Maar hoe makkelijk hangt ook af van niet door de omgeving bepaalde factoren zoals de broedvogeldichtheid. Frauendorf: "Hoewel groepsvorming het mogelijk maakt om samen vliegende predatoren te verjagen, kan het ook grondpredatoren aantrekken." Variaties in de samenstelling van de roofdiergemeenschap bepalen dus of het handig is om veel vliegende buren te hebben of juist niet.

Grasland bevorderen

Ook lastig te bepalen zijn zogenaamde 'carry-over' effecten. Want voor een compleet beeld moet je niet alleen kijken naar het broedseizoen zelf, maar ook naar de overwintering. Frauendorf: "Onze resultaten laten zien dat de lichaamsconditie in de winter invloed heeft op het broedsucces. De overleving van de eieren en de kuikens in het voorjaar was groter bij ouders die in de voorafgaande winter een goede lichaamsconditie hadden."

Er is een verband, ontdekte Frauendorf, tussen de lichaamsconditie en het aandeel grasland rond het overwinteringsgebied. Die kennis kan helpen bij het treffen van effectieve beheermaatregelen. Net als het in kaart brengen van de roofdiergemeenschap voordat een nieuw weidevogelgebied wordt aangelegd, en zorgen voor voldoende alternatieve prooisoorten.

Niet de eieren maar de kuikens

Uiteindelijk, concludeert Frauendorf, is het bij het begrijpen én tegengaan van de cumulatieve effecten van de menselijke aanwezigheid "het meest effectief om te focussen op de kuikenoverleving in plaats van de ei-overleving." Red de kuikens, en je redt de populatie.

Magali Frauendorf (Duitsland, 1988) is op woensdag 14 september gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze begon haar PhD in december 2016 in het project CHIRP (Cumulative Human Impact on biRd Populations) bij het NIOO in samenwerking met Radboud Universiteit en Sovon Vogelonderzoek Nederland. CHIRP heeft als doel om de cumulatieve invloed van alle potentiële menselijke drukfactoren op broedsucces en overleving van scholeksters in Nederland te kwantificeren.