'Buurplanten' bepalen waar insecten gaan eten
![JKK](/files/styles/header_image_small/public/2022-06/jakobskruid.jpg?h=7d83c53b&itok=y6qbweiO)
'Buurplanten' bepalen waar insecten gaan eten
Insecten zijn kieskeuriger dan je zou denken: bij hun keuze om zich te voeden met één specifieke plant en niet een andere, gaat het om veel meer dan alleen de soort waartoe de plant behoort. De voedingswaarde van de individuele plant is ook een belangrijke factor. Net als de verschillende andere plantensoorten die in de buurt groeien. Maar wat geeft uiteindelijk de doorslag? Met die vraag worstelen ecologen al decennia. Het antwoord heeft consequenties voor pogingen om met behulp van insecten schadelijke planten te bestrijden zoals Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris).
Jakobskruiskruid groeit van nature in Nederland, maar het kan zich op sommige plaatsen – met name voormalige landbouwvelden – gemakkelijk ontwikkelen tot een plaag. Paarden en andere dieren die de plant ongemerkt binnenkrijgen, kunnen eraan doodgaan. Boeren kunnen dus niet hooien op velden waar Jakobskruiskruid groeit: een dure grap.
In haar onderzoek heeft Olga Kostenko Jakobskruiskruid gebruikt als voorbeeld om aan te tonen dat het vooral de ‘buurt’ is waarin een plant groeit, die bepaalt of een insect ervan eet of niet. Jakobskruiskruid dat groeit in een plantengemeenschap met veel hoge ‘buren’ zal bijvoorbeeld weinig insecten aantrekken: ze kunnen de planten eenvoudig niet vinden. De buurt is uiteindelijk dus belangrijker dan de ‘smaak’ van de plant, met alle consequenties van dien voor de bestrijding ervan.
Veldwerk
Om tot die conclusie te komen, moest Kostenko eerst een aantal van de gangbare opvattingen over voedingswaarde opnieuw tegen het licht houden. De aanname dat de kwaliteit van de plant belangrijk is, was grotendeels gebaseerd op experimenten in het laboratorium. Of het ‘in de natuur’ ook zo’n belangrijke factor zou zijn, was nog niet bekend.
Olga Kostenko ging de uitdaging aan en plantte maar liefst 1.750 planten op voormalige landbouwvelden bij Mossel (Ede). De uitkomst van het experiment is opmerkelijk te noemen. Niet alleen bleek dat de voedingswaarde niet de uiteindelijke doorslag gaf, ook ontdekte ze dat de smaak van de plant voor een deel afhing van de omgeving waarin deze groeide.
En niet alleen de omgeving in het heden: zelfs planten en insecten die zich in het verleden op dezelfde plek hadden bevonden, bleken een belangrijke rol te spelen. Ze zorgden ervoor dat de samenstelling van de bodem veranderde, en daardoor ook de chemische samenstelling van de volgende generatie planten. Dat had op zijn beurt weer gevolgen voor het aantal insecten die zich voedden met een bepaalde plant.
Goede of slechte buren: voor Jakobskruiskruid is dat dus letterlijk een zaak van leven en dood.
Proefschrift: Insects on Individual Plants: Plant quality, plant community and aboveground-belowground effects
Olga Kostenko, NIOO-KNAW
Het onderzoek is gefinancierd uit een VIDI-beurs van NWO aan Martijn Bezemer van het NIOO voor innovatief onderzoek.
__________________________________________________________________________
Het NIOO is met ruim 220 medewerkers en studenten een van de grootste onderzoeksinstituten van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het is gespecialiseerd in de ecologie van het zoete water en het land. Sinds 2011 is het gevestigd in een duurzaam gebouwd onderzoekspand in Wageningen.
Voor meer informatie:
- wetenschapsvoorlichter ir. Froukje Rienks, NIOO-KNAW, tel. 06-10487481 / 0317-473590, f.rienks@nioo.knaw.nl
- Martijn Bezemer, begeleider proefschrift, m.bezemer@nioo.knaw.nl