Insecten: van plaag naar parels

Jetske de Boer
© Hans Zweers / NIOO-KNAW

Insecten: van plaag naar parels

Eerste gezamenlijke lector Insecten & Maatschappij van start
Persbericht

Eikenprocessierups, buxusmot en mug. Er zijn genoeg plagen die ons de kriebels kunnen bezorgen. Maar veel meer insectensoorten zijn juist onmisbaar en verdienen aandacht omdat het slecht met ze gaat. Die twee uitersten hebben meer met elkaar te maken dan je denkt, stelt Jetske de Boer. Sinds kort werkt zij als lector Insecten & Maatschappij bij Aeres Hogeschool Wageningen én het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) aan praktische oplossingen.

“Door biodiversiteit te bevorderen, krijgen plaaginsecten minder kans. En door ecologische beheersing van plaaginsecten kan biodiversiteit juist toenemen,” vat de kersverse lector Jetske de Boer haar plan samen om de twee problemen tegelijkertijd aan te pakken.“Insecten zijn regelmatig in het nieuws. Van sommige lastige soorten zijn er teveel. Van andere soorten juist te weinig, want veel zijn er bedreigd of zelfs al uitgestorven in Nederland,” vertelt De Boer. We krijgen dus steeds meer te maken met moeilijke vragen over insecten. In het nieuwe lectoraat ‘Ecologisch Wijs: Insecten & Maatschappij’ gaat ze ecologische oplossingen ontwikkelen met het bedrijfsleven en natuurorganisaties, en dat stevig verankeren in het groene beroepsonderwijs.

Arend van Dam (www.arendvandam.nl)
De (maatschappelijke) problemen rond insecten treffend in beeld. Plagen en het verlies van biodiversiteit hebben meer met elkaar te maken dan je denkt

Harig voorbeeld

Het ontstaan van insectenplagen en het verlies van biodiversiteit moeten we dus niet los van elkaar zien, of oplossen. “Het is met elkaar verbonden: insectenplagen krijgen gemakkelijker een kans in een omgeving waar de biodiversiteit verarmd is,” verduidelijkt De Boer. “Denk aan akkers vol met hetzelfde gewas, maar ook aan eikenlanen met weinig tot geen onderbegroeiing. Aan de andere kant kan herstel van biodiversiteit ook bijdragen aan de beheersing van plagen.”

Door onderzoek aan beide te doen wil De Boer dit soort verbanden zichtbaar maken voor studenten. Daarnaast leren de studenten meteen ook onderzoeken. Een goed voorbeeld zijn de natuurlijke vijanden van de harige eikenprocessierups. Dit insect veroorzaakt in toenemende mate overlast in Nederland door veranderd landgebruik en klimaat-invloeden.

De Boer: “Het NIOO heeft de unieke mogelijkheid om het hele scala aan natuurlijke vijanden – vogels, insecten, micro-organismen – systematisch te onderzoeken.” Een tweede vraag is hoe je met vegetatiebeheer de soortenrijkdom onder insecten kan stimuleren. “Dit spreekt niet alleen het brede publiek aan, maar het is ook van belang voor vele betrokken organisaties.”

Twee vliegen in één klap

“Door de grote achteruitgang van de biodiversiteit van insecten is er behoefte aan oplossingen gebaseerd op kennis, die werken in de praktijk,” stelt NIOO-directeur Geert de Snoo. “Dat zit in de kern van deze samenwerking. Het onderwijs van Aeres Hogeschool-studenten en hun toekomstige leerlingen bij groen (V)MBO wordt verrijkt met kennis over ecosystemen, terwijl het onderzoek van het NIOO sneller kan inspelen op de praktijk.” Met het gedeelde lectoraat slaan Aeres Hogeschool en NIOO eigenlijk twee vliegen in één klap.

"Onderzoek naar insecten en biodiversiteit leert onze studenten meer over natuurwetenschappelijk praktijkgericht onderzoek doen, en leert ze verbanden te zien zoals die tussen mens en natuur,” vult Directeur Madelon de Beus van Aeres Hogeschool Wageningen aan. “Dat leren zien en begrijpen is voor onze studenten - (toekomstige) leraren in het beroepsonderwijs - essentieel: zij kunnen dit weer aan hun leerlingen en studenten meegeven.”

Op deze manier leiden ze 'ecologisch intelligente' professionals op, legt De Beus verder uit. “Mensen die in staat zijn om verantwoorde beslissingen te nemen in een complexe wereld, met een natuurlijk talent voor duurzaam handelen. Professionals die bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) en aan de transitie naar een duurzamere maatschappij."

Jetske de Boer

“Ik vind insecten gewoon heel leuk. Op mijn negende kreeg al ik mijn eerste insectengids. Het is me dus eigenlijk met de paplepel ingegoten,” verklaart De Boer haar voorliefde. De komende vier jaar wil ze maatschappelijke vraagstukken rond insecten onderzoeken en hiermee het groene beroepsonderwijs inspireren. ”Na 20 jaar academisch onderzoek aan insecten, vind ik het fantastisch dat ik nu mijn expertise gericht kan inzetten samen met mensen uit de praktijk. En direct bij te dragen aan oplossingen.”

Insectenkenner De Boer streeft naar verbinding met vragen uit de praktijk. Na haar promotie-onderzoek aan de relaties tussen roofmijten, spintmijten en planten in 2004 werkte zij enkele jaren als postdoctoraal onderzoeker in de Verenigde Staten. Daarna volgden projecten aan sluipwespen, malariamuggen en ‘hyperparasieten’. Ook is ze actief als redacteur van het tijdschrift Entomologische Berichten, dat een platform biedt aan zowel amateur- als professionele insectenonderzoekers.

“Met een goed begrip van ecologie en de vaardigheid om verbanden te leggen kunnen we (opnieuw) leren hoe we ons landschap in moeten richten, om de biodiversiteit te herstellen en tegelijkertijd plaaginsecten te beheersen,” stelt De Boer.

Instituut en hogeschool verbonden

Het nieuwe lectoraat ontvangt financiering van het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. Het doel van de zogenaamde L.INT-regeling is om het praktijkgerichte onderzoek van hogescholen met het onderzoek van kennisinstituten te verbinden. Hogeschool en instituut dragen bij en ook private partijen participeren.

“Deze verbinding versterkt de kennis- en innovatieketen. Bovendien biedt de samenwerking perspectief voor lectoren, onderzoekers en studenten,” stelt Regieorgaan SIA. Onlangs is de regeling uitgebreid met een flink aantal kennisinstituten, waaronder die van de KNAW. De samenwerking tussen Aeres Hogeschool en het NIOO is daar het eerste resultaat van.

Voor meer informatie: