Helpt noord-zuid aanpassing dieren ook bij klimaatverandering?

Natalie van Dis bestudeert wintervlinders
© Refhan / NIOO-KNAW

Helpt noord-zuid aanpassing dieren ook bij klimaatverandering?

Veni-beurs voor Natalie van Dis
Nieuws

Perscontact

Kunnen dierenpopulaties zich aanpassen aan klimaatverandering door genetisch te gaan lijken op zuidelijkere populaties? Dat vraagt ecoloog Natalie van Dis zich af. Kennis hierover kan duiden welke populaties het meest gevaar lopen door het veranderende klimaat. Van Dis krijgt nu een Veni-beurs van NWO om dat de komende drie jaar bij het NIOO uit te zoeken.

Veel soorten kunnen zowel in het koude noorden leven als in het warme zuiden. Van Dis gaat onderzoeken of dezelfde genen die geografisch verschillen tussen noordelijke en zuidelijke populaties ook relevant zijn voor populatieadaptatie aan klimaatverandering over de tijd.

Unieke lange termijn

Om deze 'ruimte-voor-tijd' aanname te testen, maakt ze gebruik van unieke lange-termijn data van het NIOO over wintervlinders. De kleine wintervlinder is een van de weinige soorten waarvan aangetoond is, dat ze zich hebben aangepast aan klimaatverandering. Als de aanname klopt, dan kunnen onderzoekers dit gebruiken om vast te stellen welke populaties het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering.

Tweehonderd gelukkigen

Ecoloog Natalie van Dis is een van de 200 gelukkigen die een Veni-beurs ontvangen dit jaar. Dit is een persoonsgebonden wetenschappelijke beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), die gericht is op recent gepromoveerde onderzoekers. Zij kunnen onderzoek naar eigen keuze doen en krijgen daar maximaal 320.000 euro voor toegewezen.

Drie jaar

De beurs is een stimulans voor "avontuurlijke, talentvolle en baanbrekende onderzoekers om de komende drie jaar hun eigen onderzoeksideeën verder te ontwikkelen". De onderwerpen zijn heel divers. Bijvoorbeeld: de kwaliteit van operaties verbeteren met videoanalyse, of de wisselwerking tussen wind en vegetatie bestuderen voor het optimaliseren van weerbare kustduinen. Een ander voorbeeld is het binnen jeugdbeschermingstrajecten identificeren op welke momenten de kans op uithuisplaatsingen van kinderen het grootst is.

Van de bijna 1400 vooraanmeldingen is rond de 15 % toegekend.