Stadsmezen hebben een stabieler ritme
Stadsmezen hebben een stabieler ritme
Leven in de stad heeft gevolgen voor het seizoensritme en het dag-en-nacht-ritme van dieren. Een belangrijke verstorende factor is de nachtelijke verlichting in stedelijk gebied. Onderzoekers van het NIOO-KNAW onderzochten de timing van het broedgedrag en de dag-en-nachtritmiek van koolmezen binnen en buiten de stad. Stadsmezen blijken stabieler.
Het ritme van dieren en planten is belangrijk. Voor een succesvolle dag moeten dieren hun activiteiten goed plannen. Ook hun jaarplanning is heel belangrijk: vogels moeten bijvoorbeeld op tijd broeden, hun verenpak vernieuwen en zo nodig wegtrekken. Het natuurlijke licht zet de klok van alle dieren - en van ons - gelijk. Door al het kunstlicht in de stad lukt het daar niet meer goed. De vraag is of dieren in de stad daarom een preciezere klok nodig hebben.
Ecologen van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) onderzochten de eigenschappen van de biologische klok van koolmezen in de stad en in het bos. Dat deden ze door hun ritme vast te stellen in afwezigheid van licht en andere tijdsinformatie.
Welke verschillen zie je in het ritme van stads- en bos-koolmezen, en waarom is dat belangrijk? Hoe zit dat in detail? Deze week publiceerde het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the Royal Society B de resultaten van het onderzoek. Een van de betrokken onderzoekers, Kamiel Spoelstra - leider van het project Licht-op-Landschap over de effecten van lichtvervuiling op de natuur, vertelt erover.
Stad versus bos
We weten dat koolmezen in de stad eerder in het voorjaar broeden dan koolmezen in het bos. Daarbij is de natuurlijke daglengte dan nog korter – het is immers eerder in het voorjaar, maar er is dus meer licht waardoor de daglengteperceptie is veranderd. We weten alleen niet zeker of dat maakt dat ze eerder broeden. Maar omdat de natuurlijke daglengte korter is, beginnen die koolmezen in de stad eerder op de dag met voedsel zoeken ten opzichte van zonsopgang. Ze zijn daarin dus flexibel.
Biologische klok
Belangrijker nog: we keken ook naar de biologische klok (het endogene, circadiane ritme) van die mezen, uit de stad en uit het bos. Dat deden we door hun ritme vast te stellen in afwezigheid van tijdsinformatie.
Zo konden we zien dat:
- het ritme van de mezen uit de stad een aantal dagen langer precies 24 uur bleef dan het ritme van dieren uit het bos,
- na die dagen het ritme zich verkortte met ongeveer een kwartier,
- de vogels uit het bos hun ritme meteen verkortten met een kwartier.
Verklaring
Een mogelijke verklaring is dat in de stad een stabieler eigen 24-uurs ritme belangrijker is. Het sterke verschil tussen licht overdag en ’s nachts wordt daar verbloemd door veel kunstlicht, waardoor je dat minder goed kan gebruiken voor tijdsinformatie. Een stabieler eigen ritme is dan van voordeel voor dieren in de stad.
Het wetenschappelijke artikel
-
Ingrained city rhythms: flexible activity timing but more persistent circadian pace in urban birdsBarbara M. Tomotani, Fabian Timpen en Kamiel Spoelstra. Proceedings of the Royal Society B, 17 mei 2023.
-
Aanvullend materiaalFiguren over vogelactiviteit in de stad en in het bos