Ecologische en evolutionaire interacties tussen waardplant, pathogene schimmel, en herbivoor insect: aanpassingen in een complexe wereld
Ecologische en evolutionaire interacties tussen waardplant, pathogene schimmel, en herbivoor insect: aanpassingen in een complexe wereld
Terrestrial EcologyContact Person:
Droevendaalsesteeg 10
6708 PB Wageningen
Hieronder volgt algemene info over eerdere studentenprojecten. Een update kan je aanvragen bij begeleider Arjen Biere.
Een groot deel van de potentiële reproductie van planten in natuurlijke populaties gaat verloren door toedoen van pathogenen en herbivoren. Twee anjerachtigen, Silene alba en S. dioica worden in ons land bijvoorbeeld geïnfecteerd door de brandschimmel Ustilago violacea, die de vruchtbeginsels van geïnfecteerde bloemen aborteert, en de helmhokjes gebruikt om haar eigen sporen in te produceren.
De waardplanten worden bovendien bezocht door het anjeruiltje Hadena bicruris, dat tegelijk bestuiver, vector van de schimmel, en zaadpredator is: zij zet haar eitjes af op het vruchtbeginsel, waarvan de inhoud vervolgens geconsumeerd wordt door de zich ontwikkelende rupsen. Vraag is in hoeverre deze biotische interacties de evolutie van eigenschappen in elk van de organismen beïnvloeden, zoals reproduktiestrategie van de waard, vermogen tot manipulatie van bloemkenmerken door de schimmel, en ovipositiekeuze (gezonde-zieke bloem) in de vlinder.
Onderwerpen
Ei-leg gedrag van de vlinder: aanpassing of niet? Vlinders leggen 5x zo weinig eitjes op zieke planten als op gezonde planten. Dit lijkt een goede aanpassing want (1) De voedsel-kwaliteit van zieke planten is lager (zieke planten ontwikkelen geen zaden, het primaire voedsl van de rupsen) en (2) Predatie van rupsen door sluipwespen op zieke planten is hoger (rupsen op zieke planten ontwikkelen zich niet in de beschermde omgeving van een vruchtkapsel).
Een interessante vraag daarbij is de rol van geurstoffen. (1) Trekt de plant sluipwespen (Microplitis tristis) aan door 'lok'geurstoffen uit te scheiden wanneer rupsenvraat optreedt? (2) Spelen geurstoffen, uitgescheiden door zieke en gezonde planten, een rol in het eileg-gedrag van de vlinder?
Hiertoe kunnen, in samenwerking met Wageningen Universiteit (entomologie), keuze experimenten plaatsvinden waarin geuren van zieke/ gezonde planten worden aangeboden aan rupsen en sluipwespen.
Periode
Sommige onderwerpen zijn seizoensgebonden (april-sept). De minimale lengte is zes maanden.
Vereisten
Binnen dit project zijn er mogelijkheden voor HLO- en universitaire studenten. Allen worden geacht experimenten grotendeels zelfstandig te kunnen uitvoeren, en de gegevens te verwerken m.b.v. computerprogramma's. Voor HLO-ers worden de verdere eisen vastgesteld in samenspraak met de school, voor universitaire studenten in samenspraak met de tweede begeleider, die bij een vakgroep van de universiteit moet werken. Alle studenten worden geacht een verslag van hun werkzaamheden te schrijven, en zowel de plannen en resultaten te presenteren tijdens een werkgroepsvergadering.
Aantal plaatsen
Binnen dit project is het mogelijk verschillende onderwerpen te doen.
Begeleiding en informatie
Arjen Biere, e-mail: a.biere@nioo.knaw.nl