Voor het eerst westnijlvirus bij vogel in Nederland
Voor het eerst westnijlvirus bij vogel in Nederland
Voor het eerst is het westnijlvirus aangetroffen bij een vogel in Nederland. Het betreft een grasmus uit de regio Utrecht. In heel Nederland worden vogels gevangen en getest om nieuwe ziekten zo vroeg mogelijk te kunnen vinden.
Het westnijlvirus komt voor in warme gebieden. Het wordt overgedragen door muggen, die geïnfecteerd raken doordat zij zich voeden op besmette vogels. De muggen verspreiden het virus vervolgens naar andere vogels, en soms ook naar mensen en andere zoogdieren.
De meeste mensen merken er niets van: zo’n 20 procent van de geïnfecteerden krijgt milde griepachtige klachten. Serieuze neurologische klachten zijn een uitzondering. Nu het warmer wordt door klimaatverandering, kan het westnijlvirus steeds noordelijker overleven. Trekvogels zoals de grasmus nemen het mee vanuit het zuiden.
Surveillancenetwerk
Om de verspreiding van infectieziekten goed te kunnen monitoren is een groot surveillancenetwerk opgezet: One Health PACT. Het Vogeltrekstation van het NIOO is hier onderdeel van. Binnen dit project vangen ringers - veelal vrijwilligers - vogels en nemen ze monsters af. De monsters worden opgestuurd naar het Erasmus MC.
De grasmus waarbij het westnijlvirus is aangetroffen, was eerder dit jaar ook al eens getest maar was toen nog niet geïnfecteerd. Dit betekent dat de grasmus het virus hoogstwaarschijnlijk hier in Nederland heeft opgelopen. Door deze ontdekking worden er nu extra veel vogels bemonsterd en muggen verzameld in het gebied.