Spreeuwen volgen vanuit de ruimte met project Icarus

Spreeuwen volgen vanuit de ruimte met project Icarus
Na bijna twintig jaar voorbereidingen gaat het internationale ruimtestation ISS binnenkort dieren volgen met behulp van een speciale antenne. Het Vogeltrekstation van het NIOO gaat de nieuwe technologie deze herfst al gebruiken om een klassiek experiment te herhalen uit de jaren vijftig met spreeuwen.
Project Icarus (International Cooperation for Animal Research Using Space) is momenteel in de testfase. Het is een spannend traject geweest, zegt het hoofd van het Vogeltrekstation, Henk van der Jeugd, bij Vroege Vogels. “Toen het bijna zover was, ruim een jaar geleden, bleek de Icarus computer het niet te doen. Toen moest-ie weer met een raket terug naar de aarde. Er zijn toen dingen vervangen, de computer is weer terug naar boven gebracht vorig jaar december, en daags voor Kerst kreeg ik het verlossende e-mailtje van Martin Wikelski, de onderzoeksleider uit Duitsland: ‘It’s working!’”
Individuele dieren volgen vanuit de ruimte klinkt misschien als science fiction, maar helemaal nieuw is het niet. "We konden al bewegingen van dieren volgen met zenders die communiceren met de Argos satelliet", zegt Van der Jeugd. "Maar voor die satelliet zijn dieren maar een soort bijzaak, en ze hadden bovendien een monopolie. Met Icarus zijn die problemen voorbij”.
Nieuwe inzichten
Zo wordt het mogelijk om nieuwe inzichten te krijgen in onder andere het trekgedrag van vogels. “Aan de ene kant weten we al heel erg veel over vogeltrek, maar zodra we een vogel van een zender voorzien blijkt dat we helemaal niets nog weten. Waar we tot nu toe van uit moesten gaan is een beginpunt en een eindpunt, en als je geluk hebt misschien nog een derde locatie. Wat daartussen gebeurt weten we niet.”
Meer informatie betekent ook betere bescherming. "Een van de belangrijkste dingen is dat we gaan weten hoe verschillende plekken op aarde door vogels en andere dieren met elkaar verbonden zijn", zegt Van der Jeugd. "Als boerenzwaluwen die in Nederland broeden bijvoorbeeld een specifieke plek hebben in Afrika hebben waar ze in de winter bij elkaar komen, terwijl boerenzwaluwen in Finland weer een andere plek hebben, dan weet je waar je naartoe moet als het slecht gaat."
Klassiek experiment
Het Vogeltrekstation gaat dit najaar alvast een klassiek experiment herhalen van de Nederlandse bioloog Albert Perdeck. In de jaren vijftig ving Perdeck in de duinen bij Wassenaar zo'n elfduizend spreeuwen, die hij voorzien van een ring in Zwitserland losliet. Hij kwam erachter dat de volwassen dieren die al een keer een trek hadden meegemaakt gewoon naar hun bestemming vlogen, terwijl de jonge spreeuwen bleven doorvliegen naar het zuiden en helemaal in Spanje belandden.
Voor het Icarus-experiment zullen zo'n vijfhonderd spreeuwen gebruikt worden die van een miniatuurzender worden voorzien in plaats van een ring zoals bij Perdeck. “We zijn niet afhankelijk van ringterugmeldingen. We kunnen al die vogels volgen en dat is iets heel nieuws", zegt Morrison Pot, die samen met Van der Jeugd werkt aan het project. "Met de zenders kunnen we de zwakke plekken uit het experiment verbeteren en hopen we te ontdekken hoe die volwassen spreeuwen de weg naar het oorspronkelijke overwinteringsgebied terug weten te vinden."
Kleiner en kleiner
Het gebruik van steeds kleinere zenders is een belangrijk onderdeel van Icarus. "De miniatuurzenders van het project openen voor veel onderzoekers een wereld van nieuwe mogelijkheden", zegt Marcel Visser, hoofd Dierecologie bij het NIOO, in De Volkskrant. De nieuwste zendertjes wegen 2,3 gram. Toch is dat voor veel vogels nog altijd te zwaar volgens Visser. Neem de bonte vliegenvanger: "Dat vogeltje vliegt jaarlijks 5.000 kilometer naar West-Afrika om te overwinteren, dat maakt vogeltracking zó fascinerend."
Momenteel zou je vanwege het gewicht maar een kwart van alle vogels en zoogdieren kunnen zenderen, zegt Morrison Pot. De rest nog niet. Maar de volgende generatie Icarus-zendertjes weegt volgens onderzoeksleider Wikelski nog niet eens een gram. Visser concludeert: "Icarus is een belangrijke stap waar veel onderzoekers op hebben gewacht."