Gouden penning Teylers Stichting voor Emilia Hannula en Elly Morriën
Gouden penning Teylers Stichting voor Emilia Hannula en Elly Morriën
Emilia Hannula en Elly Morriën hebben in Haarlem de gouden prijspenning van de Teylers Stichting uitgereikt gekregen. Het duo - allebei gastmedewerker bij het NIOO en gepromoveerd op bij het NIOO verricht onderzoek - won een prijsvraag van de stichting met hun inzending over het belang van schimmels in graslanden en landbouwvelden bij het vastleggen van koolstof in de bodem.
De prijsvraag werd in 2017 uitgeschreven door Teylers Tweede Genootschap, en werd geformuleerd door oud NIOO-directeur Louise Vet. De opdracht: "een kritische studie naar het optimaliseren van duurzame multifunctionaliteit van bodems."
Het Tweede Genootschap maakt deel uit van de Teyler Stichting, die al sinds 1778 actief is om kunst en wetenschap te stimuleren. De prijsvragen over belangrijke actuele of wetenschappelijke thema’s - één voor elk van de twee genootschappen - spelen daarbij een belangrijke rol. De beste inzending wordt nog altijd bekroond met een (echt) gouden penning.
(Tekst gaat door onder de foto's)
Werken en feesten
Emilia Hannula en Elly Morriën komen allebei uit de kweekvijver voor jong talent van het NIOO, en daar werkten ze nog op het moment dat ze zich op deze uitdaging stortten. Inmiddels hebben de twee onderzoeksters de volgende stap gezet in hun wetenschappelijke loopbaan, en werken ze als assistant professor in Leiden respectievelijk Amsterdam. Daarnaast zijn ze nog steeds gastmedewerker bij het NIOO, om daar bestaande onderzoekslijnen en -contacten voort te zetten.
Het duo koos als titel voor hun prijswinnende inzending "Werken en feesten vormt schoone geesten." Dat was het motto van Johanna Westerdijk (1883-1961), de eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland, die net als zij schimmels bestudeerde. Sinds de tijd van Westerdijk, benadrukten de twee in hun aanvaardingstoespraak, is er op dit gebied veel veranderd - o.a. door de opkomst van genetisch onderzoek.
"We wilden aandacht vragen voor het duurzaam gebruiken van de bodem mét behoud van alle functies", vertelt Emilia Hannula. Het bodemleven vormt immers het fundament onder ons bestaan: het maakt voedingsstoffen uit organisch materiaal beschikbaar voor plantengroei, onderdrukt ziekten en plagen, zorgt voor een geschikte bodemstructuur en watervasthoudend vermogen, voorkomt erosie, zorgt dat drink- en oppervlaktewater schoon zijn en kan klimaatverandering afremmen door koolstof vast te leggen.
Een belofte
Maar hoe kun je die functies combineren met de belangen van de landbouw, die vaak maar één functie - een goede opbrengst - centraal stelt? Volgens Hannula en Morriën biedt het bevorderen van bodemschimmels de oplossing. Want die kunnen zorgen voor het opslaan van (meer) koolstof in de bodem, terwijl de landbouwopbrengst daardoor niet noodzakelijk op de tocht komt te staan.
Volgens het juryrapport, toegelicht bij de uitreiking door Louise Vet, biedt het duo daarvoor "overtuigende wetenschappelijke argumenten". Zo benadrukte Hannula dat niet elk jaar ploegen en het tegengaan van overbemesting er al voor kunnen zorgen dat de schimmels beter hun nuttige werk kunnen doen.
In hun aanvaardingstoespraak benadrukten Morriën en Hannula dat ze de prijs vooral zien als een aanmoediging voor de toekomst. Hannula: "We zijn nog jong, en we hebben we nog zo'n 30 jaar goed onderzoek voor ons liggen. Wij gaan gewoon verder met dit onderwerp, want we zijn er nog lang niet!"