Foto: Mark Medcalf
Zo nu en dan vinden we een vreemdeling in onze nestkastjes: de bonte vliegenvanger. Deze vogel trekt in het voorjaar vanuit West-Afrika naar Nederland, om hier een nestje te kunnen beginnen. Deze reiziger kan net als de koolmees in de problemen komen door klimaatverandering.
De lente begint steeds vroeger in Nederland. Daardoor lopen bomen eerder uit en komen bladetende rupsen eerder uit hun ei. De bonte vliegenvanger heeft deze rupsen hard nodig om zijn jongen mee te voeden. Maar omdat de vliegenvangers in Afrika niet merken dat het voorjaar in hun broedgebied al zo vroeg begint, keren ze niet eerder terug uit hun overwinteringsgebied.
Vroeger konden de vogels nog even uitrusten na hun 4.500 kilometer lange tocht. Tegenwoordig moeten ze direct beginnen met hun nestje om de rupsenpiek nog te kunnen halen. De jongen kruipen nu wel tien dagen eerder uit het ei dan in 1985. Maar: de rupsen zijn tot wel drie weken vroeger. Daardoor zijn er minder rupsen om de jongen mee te voeren, en worden er minder jongen groot.
Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) doet al 20 jaar onderzoek naar de bonte vliegenvanger. Het doen van lange-termijn onderzoek is belangrijk. Het levert onmisbare gegevens voor het bestuderen van grootschalige processen als klimaatverandering. Meer weten? Zoek de 9 andere nestkasten met QR-codes in dit bos! Of mail naar communicatie@nioo.knaw.nl. Thuis verder lezen? Ga dan naar deze pagina voor de andere nestkastverhalen. Dit bos wordt beheerd door Staatsbosbeheer. |