De Nationale Wetenschapsagenda is een initiatief van de Nederlandse regering. Doel is om ervoor te zorgen dat wetenschappers, het bedrijfsleven en de maatschappij zich samen gericht inzetten om relevante en uitdagende wetenschappelijke vraagstukken op te lossen.
De agenda wordt ontwikkeld door een aantal universiteiten, onderzoeksinstituten, en medisch centra samen met partners uit het maatschappelijk veld en het bedrijfsleven. Samen vormen ze een 'Kenniscoalitie', die de vragen van burgers verzamelt en samenvoegt tot een aantal veelbelovende en wetenschappelijk haalbare thema's.
Er is geen financiële paragraaf, maar de geselecteerde thema's zullen de komende jaren wel degelijk vertaald worden naar de financiering en planning van concreet onderzoek.
Uit de top 50 van kernwoorden op de website van de Nationale Wetenschapsagenda blijkt vooral dat de diversiteit aan onderwerpen groot is. 'Energie' is als kernwoord goed voor het hoogste aantal individuele vragen: 342.
Hiertussen staan ook ecologische vragen, zoals: "Hoe kan de economie groeien zonder toename van de geproduceerde massa en energieverbruik?" en "Waarom komt de 'circulaire' samenleving in Nederland zo langzaam dichterbij?"
Specifiek over ecologie zijn 110 vragen ingediend, met onderwerpen die variëren van de rol van bacteriën tot 'de stad van de toekomst'. Alle ecologisch-relevante kernwoorden samen zijn goed voor meer dan 10 procent van het totale aantal vragen.
Het is nu aan vijf wetenschappelijke jury's, gecoördineerd door de KNAW, om uit de 11.656 vragen een selectie te maken. Die selectie wordt besproken tijdens een serie publieke debatten en vervolgens in aangescherpte vorm ingediend bij de regering.
Eind november moet de eerste Nationale Wetenschapsagenda dan definitief een feit zijn.