"Het is een stevige selectieprocedure, dus het is een soort wetenschappelijke erkenning", vertelt Marcel Visser in zijn kantoor op het NIOO over zijn Akademielidmaatschap. Hij is één van de 26 nieuwe leden, uit alle disciplines Bij elkaar bestaat de Akademie uit meer dan 500 prominente wetenschappers, verdeeld over vier domeinen waaronder Natuur- en Technische Wetenschappen.
"Het is een genootschap. Dat betekent dat er veel over wetenschap wordt gepraat. Er worden lezingen georganiseerd, en bijeenkomsten. Het leuke eraan is dat je daar veel mensen leert kennen die wat verder weg staan van je eigen vakgebied. Je praat met mensen die je anders misschien niet zo snel zou tegenkomen."
Met zo'n grote groep is het karakter van het lidmaatschap "niet heel erg verplichtend", geeft Visser toe. Alleen al bij Natuurwetenschappen gaat het om meer dan 200 leden. "Ik neem niet aan dat die bij elke bijeenkomst zijn. Ik denk dat je de mogelijkheid wordt geboden om dingen te doen, en dat het bij jezelf ligt in hoeverre je daar gebruik van maakt."
Voor Visser is die geboden ruimte juist zeer welkom. "Ik draag de Akademie een warm hart toe, en ik vind het leuk om eraan bij te dragen."
Het NIOO is als instituut aangesloten bij de KNAW. In zijn werk als hoofd Dierecologie ziet Visser de Akademie dus vooral "van de instituutskant". Daarnaast is hij voorzitter van de Dr. J.L. Dobberke Stichting, die onder de KNAW-vlag op het gebied van de gedragsbiologie onderzoek subsidieert.
Het ondersteunen van onderzoek met subsidie en advies is ook een van de drie kerntaken van de Akademie. De laatste is het vormen van een genootschap van excellente wetenschappers uit alle disciplines. "Dus op dit ogenblik ben ik actief in alle drie de poten van de Akademie. Het lijkt me interessant om te zien waar de verbindingen liggen tussen die drie verschillende kerntaken.”
Verbinden: dat is ook een thema dat de huidige KNAW-president, José van Dijck, sinds haar aantreden graag benadrukt. "Het idee is nu bijvoorbeeld dat een aantal Akademieleden zich wat meer gaat bemoeien met de levenswetenschappen instituten", vertelt Visser. "Ik vind het een goede zaak dat er wat meer verbinding komt."
Of zijn nieuwe rol zich ook zal vertalen in een duidelijk inhoudelijk stempel, weet hij nog niet. "Ik denk dat ik eerst maar eens moet kijken hoe de zaken lopen." Wel breekt hij graag een lans voor fundamenteel onderzoek, ook binnen de KNAW.
"Ik ben daar zelf altijd een groot voorstander van geweest. Altijd wel met een link naar de maatschappij, maar ook in het volledige besef dat fundamenteel onderzoek niet iets is dat je erbij kunt doen. Het moet echt de focus zijn van je werk."
Hoe de verhoudingen binnen het genootschap op dit punt liggen, moet hij nog ervaren. "Misschien zijn er meer mensen die directe toepasbaarheid erg belangrijk vinden. Maar ik vermoed dat het een soort genootschap is waar veel mensen mijn mening delen: dat fundamenteel onderzoek een zeer belangrijke rol moet blijven spelen."
Ondertussen blijft Marcel Visser bij het NIOO gewoon doen wat hij al deed: impact daarop "in directe zin" van zijn Akademielidmaatschap verwacht hij niet zo snel. "Ik zie het meer als een mogelijkheid om met mensen uit andere vakgebieden te praten, en beter te begrijpen wat ze doen."
Toch wil hij niet uitsluiten dat dat op termijn kan leiden tot een "spin-off" in zijn eigen dagelijkse werk als wetenschapper. "Het zijn meer dingen die je vormen als wetenschapper in zijn algemeenheid dan dat het heel snel tot directe samenwerking zal leiden. Maar...het zou kunnen!"