De invloed van infectieziekten op de dier- en volksgezondheid wordt steeds groter, vooral in dichtbevolkte landen zoals Nederland. Er wordt voorspeld dat in 2050 ongeveer tien miljoen mensen zullen sterven aan infecties met antibioticaresistente bacteriën. Ook virale infecties verspreiden zich met een verontrustende snelheid. De vier strategische onderzoeksthema’s van de NCOH richten zich op het bestuderen van de interacties en verbindingen tussen dier- en volksgezondheid, gezonde wilde fauna en ecosystemen.
Nu de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (KNAW) zich als Partner bij de NCOH voegt, zullen de Nederlandse academische onderzoeksinstituten een sterker academisch netwerk kunnen vormen op het gebied van infectieziekten. ‘We versterken hiermee onze samenwerking, zodat we One Health-issues op het gebied van dier- en volksgezondheid, voedselproductie en het milieu interdisciplinair kunnen aanpakken’, zegt Martin Scholten, voorzitter van de raad van toezicht van het NCOH.
Het Netherlands Centre for One Health (NCOH) brengt vooraanstaande academische onderzoeksinstituten in Nederland samen in een open innovatienetwerk dat inspeelt op het thema One Health. Het doel is een geïntegreerde aanpak van de wereldwijde risico’s van infectieziekten en duurzame oplossingen voor grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van dier- en volksgezondheid, gezonde wilde fauna en ecosystemen. Het NCOH richt zijn onderzoek en verdere ontwikkeling van kennis op antibioticaresistentie, opkomende infectieziekten, slimme veehouderij en gezonde ecosystemen. Het NCOH creëert samenwerking tussen de academische en onderzoeksinstituten, overheidsinstellingen, NGO's, instituten voor de volksgezondheid en industriële partners. De NCOH-partners zijn het AMC in Amsterdam, Erasmus MC in Rotterdam, Leids Universitair Medisch Centrum, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Universiteit Leiden, Universiteit Utrecht, en Wageningen University & Research. Vanaf 1 januari 2018 voegen ook de KNAW en het Radboudumc zich daarbij.
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) is het forum, de stem en het geweten van de Nederlandse wetenschap. Zij ontleent haar gezag aan haar op kwaliteit geselecteerde leden. Vanuit een onafhankelijke positie bewaakt zij de kwaliteit en de belangen van de wetenschap en adviseert zij de regering. Zij is verantwoordelijk voor vijftien instituten die met hun onderzoek en collecties tot de voorhoede van de Nederlandse wetenschap behoren en internationale faam genieten.
Het Hubrecht Institute is een onderzoeksinstituut dat zich richt op ontwikkelings- en stamcelbiologie. De 19 onderzoeksgroepen van het instituut doen fundamenteel en multidisciplinair onderzoek, zowel in gezonde systemen als in ziektemodellen. Het Hubrecht Institute is geaffilieerd met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Dit bevordert de vertaling van het onderzoek naar de kliniek. Het Hubrecht Institute is onderdeel van de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Het Westerdijk Fungal Biodiversity Institute beheert een wereldvermaarde collectie van levende schimmels, gisten en bacteriën en is een expertisecentrum voor mycologie, onderzoek naar schimmels en zwammen. De unieke collectie van ruim 100.000 levende schimmelstammen plaatst het Westerdijk Instituut wereldwijd aan de top van mycologische onderzoeksinstituten. Het Westerdijk Instituut levert antwoorden op maatschappelijk relevante vragen op het gebied van gezondheid, landbouw en industrie en is deel van de Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) is met ruim 300 medewerkers en studenten een van de grootste onderzoeksinstituten van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het is gespecialiseerd in de ecologie van het water en het land: hoe werkt de natuur? De onderzoekers bestuderen bijvoorbeeld de ecologie van vogelgriep, de bloei van giftige algen en nieuwe antibiotica in de bodem. Deze kennis is van belang voor het oplossen of voorkómen van wereldwijde natuur- en milieuproblemen door klimaatverandering, biologische invasies en veranderend landgebruik. Sinds 2011 is het gevestigd in een duurzaam gebouwd onderzoekspand in Wageningen. De historie van het onderzoek gaat meer dan 60 jaar terug en loopt door ons hele land, en ver daarbuiten.