Jort Kelder & Louise Vet (NIOO-KNAW)
In de meeste sectoren van de maatschappij worden groene onderwerpen al lang niet meer gezien als typisch links, betoogde één van de organisatoren, Edwin Huis van Naturalis Biodiversity Centre, aan het begin van het debat.
Kijk maar naar grote bedrijven als Heineken: dat vindt schoon water en biologische hop zeer belangrijk en wil dat "alles wat ze doen groen is". Zulke zaken zijn dus eigenlijk "minder politiek dan ze misschien wel lijken."
Maar als je kijkt naar de nadruk die de grote politieke partijen leggen op duurzaamheid, biodiversiteit of de 'energietransitie', dan zijn de verschillen nog altijd groot. Groene onderwerpen lijken dus uitermate geschikt om de kiezers op 15 maart te helpen hun keuze te bepalen.
Het debat in de Rode Hoed werd georganiseerd door Naturalis en IUCN NL, en Johan van de Gronden (IUCN NL) en Louise Vet (NIOO-KNAW) voorzagen de onderwerpen onder begeleiding van presentator Jort Kelder van een wetenschappelijke toelichting.
In totaal namen er acht politieke partijen deel aan het debat, waaronder de beide coalitiepartners VVD en PvdA. De PVV van Geert Wilders was afwezig, net als een aantal kleinere rechte en christelijke partijen.
In hun beleidsplannen kun je de acht deelnemende partijen nog altijd opdelen langs klassieke links-rechts lijnen. Aan de ene kant staat de VVD, die een half miljard wil uitgeven aan groen beleid. Aan de andere kant Groen Links, die 16 miljard wil uitgeven.
Johan van de Gronden van IUCN NL omschreef de opstelling van de VVD als "bescheiden", met veel nadruk op internationale doelen en verdragen. De linkse partijen, daarentegen, willen volgens hem graag de superieure positie van Nederland als internationaal gidsland in ere herstellen.
Maar volgens Louise Vet zou het herstellen van die gidsland-status niet alleen een ambitie van linkse partijen moeten zijn, want het is minstens net zo belangrijk voor de positie van "de BV Nederland" op het gebied van innovatie.
Als gidsland kon Nederland in het verleden bijvoorbeeld een leidende rol spelen bij het ontwikkelen van biologische alternatieven voor pesticiden: het onderzoek daarnaar werd "in Nederlandse kassen" gedaan. Als je alleen aan bestaande doelen vasthoudt, creeër je hiervoor geen kansen.
De milieu-woordvoerder van de VVD, Remco Dijkstra, was het oneens met kritiek dat zijn partij niet ambitieus genoeg zou zijn. Vergeleken met een paar jaar geleden, toen er binnen de partij nog "hardcore klimaatontkenners" actief waren, is er volgens hem juist heel veel bereikt.
Dat de VVD minder geld lijkt te willen uitgeven dan de linkse partijen is volgens Dijkstra misleidend. Want zonder de internationale samenwerkingen waar de partij zo op hamert - en die bij doorrekening door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) niet meetelden - zou al dat geld "weglekken".
Maar volgens Kirsten van de Hul (PvdA) is de meeste voortgang eerder ondanks dan dankzij de VVD gemaakt - inclusief het halveren van de gasproductie in Groningen. Dat schrijft de VVD nu op zijn conto, maar volgens Van de Hul had de partij de gasproductie daarvoor eerst juist nog verhoogd.
Bij andere onderwerpen - zoals het terugdringen van het gebruik van palmolie om ontbossing tegen te gaan, en het herstellen van de biodiversiteit van het Nederlandse landschap - waren de verschillen tussen de partijen minder groot.
Volgens Louise Vet is het grootste struikelblok voor het inzetten op groene onderwerpen dan ook niet dat de partijen het niet zouden willen, maar dat ze het zien als 'nice to have': leuk voor erbij. Daar moet volgens haar dringend verandering in komen.
De organisatoren van het Groene Verkiezingsdebat waren in elk geval tevreden. Consensus van links tot rechts, bijvoorbeeld op het gebied van biodiversiteit, is volgens hen dankzij het debat weer een stapje dichterbij gekomen.