Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nederlands
  • English

Internet search

Menu
  • Over NIOO
    • Over ons
    • Het gebouw
    • Geschiedenis
  • Actueel
    • Nieuws
    • Persberichten
    • Agenda
  • Onderzoek
    • Onderzoeksthema's
    • Publicaties
    • Datasets
    • Faciliteiten
    • Klimaat
  • Afdelingen
    • Aquatische ecologie
    • Dierecologie
    • Microbiële ecologie
    • Terrestrische ecologie
    • Overige
  • Maatschappij
    • Ecologie en maatschappij
    • Citizen Science
    • Educatieve info
    • Inspiratielezing
  • Werken & leren
    • Vacatures
  • Contact
    • Adres en route
    • Medewerkers

Duinherstel: nieuwe uitdaging voor bodemtransplantatie

News
06-07-2018

Hoe belangrijk is bodemleven voor het herstel van natuurkwaliteit? Om daar meer over te weten te komen, gaan onderzoekers al dan niet gesteriliseerde bodem in het duingebied Meijendel bij Den Haag 'inoculeren' met grond en zaden van elders. Bij het project worden op het NIOO ontwikkelde bodemtransplantatietechnieken voor het eerst toegepast in een duinlandschap.


Martijn Bezemer (NIOO-KNAW)

Denk je aan duinen, dan zie je een divers landschap voor je met zand, gras, bos en allerlei verschillende soorten planten en dieren. Maar duinen zijn ook erg kwetsbaar, en tot nu toe is het natuurbeheerders nog niet goed gelukt om het herstel van beschadigde duinen te sturen.

Transplantatietechniek

Voor het TERRA-Dunes project werken onderzoekers van de Universiteit Leiden samen met natuurbeheerder en drinkwaterbedrijf Dunea. Eén van de onderzoekers is Martijn Bezemer, die naast professor aan het Leidse Instituut voor Biologie ook onderzoeker is bij het Nederlands Instituut voor Ecologie in Wageningen.

Bij het NIOO heeft hij geëxperimenteerd met het opbrengen van bodem uit een donorgebied op een ander stuk land: bodemtransplantatie. "Gebieden met weinig natuurwaarde, zoals uit productie genomen akkers, blijken veel sneller te herstellen als de bodem wordt geïnoculeerd met grond uit een gezond natuurgebied", legt Bezemer uit.

Bij de door het NIOO ontwikkelde techniek wordt bodemmateriaal geplagd/afgegraven, en in een dun laagje verspreid. Bij grotere oppervlakken gaat het om ongeveer 1 liter bodemmateriaal per m2 . Dat leidt tot een laagje donorbodem van gemiddeld 1 mm op het te ontwikkelen gebied.

Het in dat laagje aanwezige bodemleven zoals schimmels, bacteriën en kleine insecten zorgt ervoor dat de natuurontwikkeling beter op gang komt. Met name mycorrhiza – een ondergrondse samenwerking tussen schimmels en plantenwortels – lijken hierbij een belangrijke rol te spelen.

Sjouwen & zeven

In het door Dunea beheerde Meijendel kunnen de onderzoekers - naast Bezemer ook Nadia Soudzilovskaia van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden - die bodeminoculatietechniek voor het eerst gebruiken in een duinecosysteem.

Ze krijgen hiervoor een kaal stukje duin ter beschikking waar tot voor kort een schuur stond met daarnaast een parkeerplaats. "De ontwikkeling die we hier kunnen volgen is dus echt herstel vanaf het begin", vertelt Bezemer enthousiast.

Hier inoculeren de onderzoekers verschillende onderzoeksveldjes met bodems en bodemorganismen. Sommige bodems zijn gesteriliseerd, andere juist niet. "Dat maakt deze proef bijzonder: door de steriele en de niet-steriele situatie met elkaar te vergelijken, kunnen we nu voor het eerst echt de rol van bodemorganismen bestuderen. In totaal is hiervoor op het NIOO zo'n zes ton bodem gesteriliseerd, gesjouwd en gezeefd!"

Het nieuwe platform zal minstens drie jaar bestaan. In die tijd willen de onderzoekers hun aandacht richten op wat er gebeurt tijdens de drie verschillende vegetatie-stadia in de duinen: van stuifzand via gras en kruidenrijke stukjes tot aan duinbos.

Levend lab

Voor duinbeheerder Dunea zijn vooral de kruidenrijke vegetaties erg wenselijk. Maar tot nu toe loopt het daarmee in deze omgeving soms nog mis. Komt dat door de bodem? En is het mogelijk om het proces via bodemtransplantatie te sturen/versnellen?

De stukjes getransplanteerde grond vertegenwoordigen alledrie de verschillende successiestadia. Ook wordt er een standaardzaadmengsel ingezaaid van 20 plantensoorten. “Het is spannend welke planten zich vervolgens gaan vestigen,” zegt Bezemer. ”Dat zal afhangen van het type grond waarmee geïnoculeerd is.”

Terwijl het onderzoek aan de gang is, wordt de proeflocatie opengesteld voor studenten. Door zo'n practicumbezoek na college "gaat het pas echt bij ze leven", zegt Bezemer. Daarnaast kunnen andere onderzoekers aansluiten met hun eigen experimenten. "Het wordt dus een soort levend lab."

 

 

 

 

Images

IMG_0989.JPG

IMG_0984.JPG

IMG_0997.JPG

  • KNAW
  • intranet
  • privacy statement
  • login

NIOO KNAW