(Bron: Wikimedia)
Wat in elk geval nog springlevend is, vertelt NIOO-directeur Louise Vet, is de verzameling schimmels waarmee Johanna Westerdijk als plantenziektekundige een eeuw geleden begon.
Die verzameling is te vinden bij het Centraalbureau voor Schimmelcultures (CBS-KNAW), een collega-instituut van het NIOO waarvan Westerdijk tussen 1907 en 1958 directeur was.
Het is nog altijd de grootste en beroemdste collectie levende schimmels ter wereld, een ware "bibliotheek van schimmels" volgens Vet. En met haar besef dat schimmels van groot belang zijn voor de biodiversiteit, was Westerdijk haar tijd ver vooruit.
Het was dan ook Westerdijk die, samen met haar promovendi, voor het eerst aantoonde dat de beruchte iepenziekte door een schimmel wordt veroorzaakt. Dankzij haar staat de ziekte buiten Nederland nog altijd bekend als "Dutch elm disease".
Maar met een ander onderdeel van de erfenis van Westerdijk is het volgens Louise Vet anno 2017 "droevig" gesteld: het aantal vrouwen dat net als zij in Nederland hoogleraar heeft kunnen worden.
In 2016 was nog niet één op de vijf hoogleraren een vrouw, volgens cijfers van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren. Dat steekt, zeker als je bedenkt dat 43 procent van de Nederlandse promovendi vrouw is.
En als je bedenkt dat al in 2010 de Europese Unie als doel had gesteld dat één op de vier hoogleraren een vrouw moest zijn. In andere Europese landen, bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, is dat heel wat beter gelukt.
Bij het NIOO zijn wel allebei de topmanagers vrouwen - naast Louise Vet ook directeur bedrijfsvoering Petra van den Berg - en staat één van de vier wetenschappelijke afdelingen onder leiding van een vrouw: Ellen van Donk (Aquatische Ecologie).
Studierichtingen die met biologie te maken hebben, trekken relatief veel vrouwen aan meent Vet. Want vergeleken met meer technische studies is biologie een beetje de "zachte bèta". Ook in het buitenland.
Waarom Nederland dan toch zo achterblijft? Daar is volgens Louise Vet niet één verklaring voor, al spelen "onderhuidse vooroordelen" bij benoemingsadviescommissies zeker een rol.
Wel heeft ze een duidelijk advies voor vrouwelijke wetenschappers: "Blijf nou in die wetenschap! Ga niet drie dagen werken of achter je man aan naar een andere plek als hij net wat ouder of wat verder is. Want dan is het weg carrière!"
Het aan de vergetelheid ontrukken van Johanna Westerdijk in dit 'Westerdijkjaar' is in elk geval een waardevolle ontwikkeling. Want wie kende Westerdijk eigenlijk nog, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bekende arts en feminste Aletta Jacobs?
Waarschijnlijk, zegt biografe Patricia Faasse, komt dat door het feit dat Jacobs ook "politiek met een grote P" bedreef, terwijl Westerdijk zich liever bezighield met "wetenschap met een grote W". Maar in die rol heeft ze wel degelijk een grote invloed gehad: op haar vele vrouwelijke promovendi en op volgende generaties 'groene' wetenschappers.
Om die invloed zichtbaar te maken, krijgt op de honderste verjaardag van Westerdijk's historische benoeming het Centraalbureau voor Schimmelcultures een nieuwe naam. Vanaf vandaag heet het officiëel het 'Westerdijk Fungal Biodiversity Institute'.