Het opbrengen van bodem uit een donor (natuur)gebied op een ander stuk land noemen we bodemtransplantatie. Bodem van een donor gebied wordt in een dun laagje verspreid (getransplanteerd) op een ander gebied. Vaak gaat om bodem uit een natuurgebied, die het proces versnelt om van een voormalig landbouwgebied "nieuwe natuur" te maken.
In Nederland worden regelmatig nieuwe natuurgebieden aangelegd, bijvoorbeeld op oude landbouwgronden. Spontane natuurontwikkeling gaat vaak langzaam. De gewenste (planten)soorten vestigen zich niet direct, omdat de zaden niet aanwezig zijn en omdat de (a)biotische omstandigheden niet optimaal zijn.
Natuurbeheerders grijpen daarom op verschillende manieren in. Ongewenste planten en zaden worden afgevoerd door bijvoorbeeld te maaien, begrazen en plaggen. Afgraven kan helpen om onnatuurlijke hoeveelheden voedingsstoffen van landbouwbemesting in de bodem te verminderen. De grondwaterspiegel kan worden aangepast om droge of juist natte natuur te bevorderen.
Een tot nu toe onderbelicht aspect bij natuurontwikkeling is de samenstelling van de bodemgemeenschap. We weten dat planten en bodemorganismen elkaar beïnvloeden en van elkaar afhankelijk zijn. Het bodemleven kan dus een grote invloed hebben op de planten die zich in een gebied vestigen. Door bodem uit een natuurgebied te transplanteren naar een te ontwikkelen gebied, komen zowel het gewenste bodemleven als de juiste zaden in het nieuwe gebied. Hierdoor kunnen de gewenste plantengemeenschappen zich sneller ontwikkelen.
Bodemmateriaal wordt op de donorlocatie geplagd/afgegraven, en in een dun laagje verspreid over het gebied. Verschillende technieken van verspreiden zijn uitgeprobeerd, zoals: verkruimelen van de bodem, het maken van een slurry (bodem vermengd met water), of het ingraven van intacte plaggen. Meer informatie hierover onder "Stappenplan".
In Nederland zijn meerdere experimenten met bodemtransplantaties rond natuurontwikkeling op oude landbouwgrond uitgevoerd. Een recent voorbeeld is de Reijerscamp in Gelderland. Onder het menu tabblad “Kaart” vindt u een kaart met projecten in Nederland.
Naar aanleiding van onderzoeksresultaten omtrent bodemleven, natuurontwikkeling en bodemtransplantaties, organiseerde NIOO-KNAW in samenwerking met Natuurmonumenten op 15 oktober 2015 een kennisdag. Veel stakeholders en mensen uit de praktijk van natuurbeheer en -ontwikkeling bezochten deze dag. Tijdens de dag zijn de bevindingen van de bodemtransplantatie op Reijerscamp gepresenteerd en waren er lezingen over het principe van bodemtransplantatie, het nut voor natuurherstel, de toepassing van bodemtransplantatie in de praktijk van natuurontwikkeling, en ethische vragen rondom bodemtransplantaties. Het bleek dat er vanuit de praktijk nog veel vragen zijn over hoe bodemtransplantatie het best toegepast kan worden en wanneer. Om aan die vragen tegemoet te komen heeft NIOO-KNAW, met ondersteuning van NWO deze website opgezet.
Wij onderzoeken verschillende aspecten van bodemtransplantaties, bodemorganismen, biodiversiteit, en natuurherstel. Wij constateerden bijvoorbeeld dat op voormalig landbouwgebied, het zaaien van doelplanten effectiever is voor natuurontwikkeling, dan het verwijderen van de bouwvoor (Kardol et al. 2008), en dat bodemtransplantaties het proces van heide ontwikkeling op voormalig landbouwgebied versnellen (Wubs et al. 2016). Martijn Bezemer, Wim van der Putten, en Jasper Wubs zijn onderzoekers die momenteel werken aan fundamentele en toegepaste vraagstukken omtrent bodemtransplantaties.