Feit 1 is dat het heel belangrijk is om een goed oriënteringsvermogen te hebben. Als je een jong in je telescoop ziet, betekent dat nog niet dat je er zo heen kunt lopen. Want als je ongeveer in de buurt komt lijken opeens alle struikjes en bochtjes in de slenkjes verdacht veel op elkaar: welke moest je ook alweer hebben? Dus eerst bekijken door de telescoop, dan nakijken door je verrekijker of je ook daadwerkelijk kijkt naar waar je denkt dat je naar kijkt, en dan: lopen maar, succes!
Feit 2: een beetje geluk en het 'gezin' van de juiste kant benaderen doet wonderen. Van sommige kanten kun je ze gewoon veel beter zien dan andere kanten. En dat helpt!
Tot nu toe is het allemaal heel goed gelukt behalve...dat koppeltje druktemakers vlakbij de hut. Eigenlijk weten we niet eens of ze wel jongen hebben, maar zodra ik m'n neus boven de dijk uitsteek beginnen ze al te alarmeren, laat staan als ik in de hut ga zitten!
Ik heb geprobeerd heeeel ver op het wad te gaan staan, zodat ze geen erg meer in me hebben. Kijken of ik zie waar ze al die drukte voor maken en waar ze hun jong verstopt hebben. Maar nee hoor, na twee uur in de koude wind waren ze me nog niet vergeten. 1-0 voor de ouders. Volgende dag: het lijkt alsof ik een van de ouders het hoge gras in heb zien vliegen! Zoeken en...2-0 voor de ouders. Niks te zien.
Daarna heb ik meermaals vanaf de dijk met de telescoop gekeken of ik iets zag bewegen of vliegen en zo ja, waarheen? Maar nee hoor... 3-0, dat gaat niet goed! Nog een keer zoeken dan, want er is ook een klein slenkje in de buurt, misschien is dat wel dé plek voor het jong? Zoeken, zoeken, elk bosje heb ik omgekeerd en die ouders maar op mij schelden. Ja sorry hoor, moeten jullie hem maar niet zo goed verstoppen...4-0!
Zijn dat nou kleine pootafdrukjes in de modder naast de grote? Zou het dan toch een jong hebben? Dit is toch wel de eerste keer dat ik het niet voor elkaar krijg. Ben ik nou gek, of zijn ze me gewoon te slim af? Ze roepen toch niet voor niks, dat jong kan toch niet onvindbaar zijn?! Nou ja, een weekendje rust zal ze goed doen.
EN JA!!! Ik ga in de hut zitten met niet al te veel hoop. Geen ringspullen mee. zodat er niks is wat erop lijkt dat er 'iets of iemand' in de buurt is, geen reden tot paniek. Gelukkig! Er leiden wat toeristen de aandacht van mij af door een stukje mee de kwelder in te lopen, joepie! Ze zijn me vergeten!
20 minuutjes in de hut en ik zie één van de ouders met een worm vliegen! Waarheen? Nou ik kan het wel raden. Dus toch een jong! Ik kan alleen niet goed zien waar ze nou precies heen vloog. Nog even afwachten...en ja! Ze komt weer terug voor meer wormen. En ze vliegt naar bijna dezelfde plek als net!
Nou, nu moet ik het toch wel kunnen wagen. Uit de hut, om de slenk, in de bosjes en: ik heb 'm! YES. Eindelijk. Dat is een feestje waard! Gauw naar huis met de kleine schreeuwlelijk. Dat hebben z'n ouders 'm alvast goed geleerd: zo'n druk beestje heb ik nog niet gehad.
Snel geringd en gewogen, snel weer teruggebracht. Joepie, mijn dag is goed en ik hoef ze ook niet meer lastig te vallen: iedereen blij! Weer een succesvol jong erbij. Super!