Je kunt de eieren natuurlijk niet zomaar ergens neerleggen. Omdat je wilt kijken hoe snel predatie optreedt, moet je het nest van een scholekster zo goed als mogelijk namaken. Daarvoor hebben we een soort grondboor. Deze maakt een rond gat in de bodem, hierin komt wat aarde en dan leg je er een soort plaatje van kalk op.
Mocht het nest vertrapt worden door een koe, dan kun je dat zien aan het vermorzelde plaatje. Bovenop het plaatje komt dan nog wat meer aarde en dan komen daar de eieren (drie per nest) in.
Van het nest maken we dan een foto met een grijze plaat. Later kun je met behulp van een fotobewerkingsprogramma de exacte kleur en de hoeveelheid zwarte stipjes en krasjes bepalen. Of dit van invloed kan zijn op de predatie weten we niet, maar het kan natuurlijk wel een rol spelen.
In totaal zijn er 100 kunstnesten met elk drie eieren gemaakt. Verspreid over de hele kwelder, sommige dicht en andere verder weg bij scholeksternesten. Sommige werden in een paar uur gepredeerd, bij andere nesten duurde het een paar dagen voordat de eieren weg waren.
Op het moment dat ik dit schrijf liggen er nog twee eieren in een nest dat we op de 15e hebben gemaakt. Of misschien zijn ze nu wel weg. Dat gaan we vandaag nog controleren...zo gauw het hier op Schiermonnikoog iets minder warm is.