Skip to main content
  • Nederlands
  • English

Internet search

Menu
  • What's new
    • News
    • Press releases
    • Calendar
  • About us
    • Who we are
    • Our building
    • Our history
  • Research
    • Publications
    • Research themes
    • Datasets
    • Facilities
  • Departments
    • Animal Ecology
    • Aquatic Ecology
    • Microbial Ecology
    • Terrestrial Ecology
    • Other
  • Themes
    • Chemical ecology
    • Disease ecology
    • Eco-evolutionary dynamics
    • Ecological epigenetics
    • Global environmental change
    • Microbiomes
    • Restoration ecology
  • Society
    • Relevance to society
    • Citizen science projects
    • Educational information
  • Vacancies
  • Contact
    • Address & route
    • Staff

BEWIJS EFFECT KLIMAATSVERANDERING OP TREKVOGELS IS GELEVERD: BONTE VLIEGENVANGER VERDWIJNT UIT 'VROEGE BOSSEN'

03-05-2006
Press release

HETEREN (Gld.) / GRONINGEN – In de afgelopen 17 jaar is de bonte vliegenvanger in 'vroege bossen' met 90% in aantal achteruitgegaan, terwijl hij op gunstige plekken hooguit licht (10%) hoefde in te leveren. "Door klimaatsverandering piekt het rupsenvoedsel van deze trekvogel steeds eerder in het voorjaar. In de bossen met een vroege voedselpiek worden de jongen van de bonte vliegenvanger nu te laat geboren," stelt Christiaan Both van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en de Rijksuniversiteit Groningen in het tijdschrift Nature van 4 mei. Wat de onderzoekers al eerder voorspelden, is nu waarheid geworden. En dat betekent slecht nieuws voor lange-afstand trekvogels.

De bonte vliegenvangers (Ficedula hypoleuca) zijn sinds half april weer terug in de Nederlandse bossen en de eerste zijn al aan de eileg begonnen. Ons klimaat wordt echter steeds warmer. Daardoor lopen bomen eerder uit en komen bladetende rupsen eerder uit hun ei. Maar de bonte vliegenvanger keert niet eerder terug van zijn 'WINTERRECES' in West-Afrika. Daarom moet deze trekvogel zich erg haasten met broeden, als hij na 4500 kilometer vliegen aankomt in West-Europa. Gevolg is dat de jongen nu wel tien dagen eerder uit het ei kruipen dan rond 1985. Maar: de rupsen - dus geen vliegen! - die de hoofdmaaltijd voor de jongen vormen, zijn wel zestien dagen vroeger. Zo lopen de zangvogels toch een groot deel van de broodnodige rupsenpiek in het bos mis. Deze piek duurt namelijk maar zo'n twee weken.

In 'vroege' Nederlandse bossen - waar de natuur vroeg op gang komt door bijvoorbeeld een rijkere bodem of oudere eiken - blijken de bonte vliegenvangers de klimaatgedreven hogere versnelling niet meer bij te kunnen benen. Hun broedsucces is hier dramatisch GEKELDERD. Ondanks de grote haast bij het eieren leggen, zijn de vliegenvangers in die vroege bossen tegenwoordig domweg te laat terug uit Afrika om nog succesvol te kunnen broeden. En dus verdwijnt de vliegenvanger uit dit soort bos.

Christiaan Both en zijn collega-onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) onderzochten tien populaties verspreid over ons land. Met broedgegevens uit bijna 20 jaar nestkastonderzoek door professionals en amateur-vogelonderzoekers kunnen zij bewijzen, dat in de 'vroege bossen' de bonte vliegenvanger met wel 90% achteruit is gegaan of zelfs helemaal verdwenen is als broedvogel. De rupsenpiek valt hier begin mei al. In 'late bossen' met de rupsenpiek na half mei zijn de aantallen vliegenvangers daarentegen nauwelijks veranderd. Maar Both voorspelt: "Als het nog warmer wordt, zullen ze ook hier verdwijnen. Dan komen ze ook hier te laat aan namelijk." Hij voegt toe: "Waarschijnlijk is dit niet alleen een probleem voor bonte vliegenvangers, maar hebben ALLE INSECTENETENDE LANGE-AFSTANDSTREKKERS hiermee te maken." Een verkeerde timing door klimaatsverandering is waarschijnlijk een wijdverspreid fenomeen, dat kan leiden tot de neergang van vogelpopulaties van vooral lange-afstand trekkers die broeden in de gematigde streken.

Waarom kunnen die vliegenvangers niet gewoon nog eerder gaan broeden als het warmer wordt? Ecoloog Both en zijn collega's denken dat dit vooral komt, doordat bonte vliegenvangers vanuit Afrika slecht het voorjaar in hun Europese broedgebieden KUNNEN VOORSPELLEN. Ze zouden daarvoor niet alleen een voorspelling moeten doen wanneer het voorjaar begint op ruim 4500 kilometer afstand, maar dit ook nog een maand vooruit moeten kunnen voorspellen. Zoveel tijd kost het namelijk om vanuit Afrika hier naartoe te vliegen.
Bonte vliegenvangers vertrekken dus nog altijd op dezelfde dag uit Afrika. Toen het nog kouder was, kwamen de vliegenvangers precies op tijd aan om zelfs van de rupsen in de bossen met de vroegste rupsenpiek te profiteren. In de bossen met een late rupsenpiek rustten de vogels vroeger een tijdje uit voordat ze gingen broeden. Dat is er nu niet meer bij: ze moeten GELIJK AAN DE SLAG (of beter gezegd: gelijk aan de leg).

De timing van de lente verschilt niet alleen van plek tot plek, maar ook van jaar tot jaar. Levert DE LATE LENTE VAN 2006 de bonte vliegenvangers nog voordeel op, zoals sommigen beweren? Both vindt het te vroeg om dat te zeggen. De komende dagen wordt het juist weer erg warm, en dan raken de ontwikkelingen in de natuur in een stroomversnelling. Kortom: pas als over een week of drie de eieren uitkomen, weten we hoe het er dit voorjaar echt voorstaat voor deze zangvogel!

De bonte vliegenvanger speelt de hoofdrol in de Groningse inzending voor de Academische Jaarprijs (BATTLE OF THE UNIVERSITIES): 'Over vreemde vogels en klimaatsverandering'. Bij deze wedstrijd proberen universiteitsteams van onderzoekers en studenten hun wetenschap op een originele manier onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Over een maand zal de winnaar bekend gemaakt worden. Met € 100.000 van de jury wordt het winnende idee vervolgens werkelijkheid. Voor het team van Both zou dat het maken van een film over de bonte vliegenvanger en de bijbehorende onderzoekers uit heel Europa zijn.

Het NIOO is het onderzoeksinstituut voor ecologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het bestaat uit drie centra: voor ecologie van kust en zee, van het zoete water en van het land. Bij het NIOO werken ongeveer 250 mensen. Op het NIOO-Centrum voor Terrestrische Ecologie in Heteren richten de onderzoekers zich op het leven op het land. De werkgroep Populatiebiologie van Dieren van dit centrum doet al sinds 1959 onderzoek aan de bonte vliegenvanger, met name in Nationaal Park de Hoge Veluwe.

De Dierecologie-groep van de Rijksuniversiteit Groningen heeft een jarenlange onderzoekstraditie op het gebied van vogels in hun natuurlijke omgeving. Het onderzoek richt zich vooral op de gedragsecologie van vogeltrek, verspreiding, seks en voortplanting. De wetenschappers voeren hun werk uit over de hele wereld en kijken naar steltlopers, zangvogels en watervogels. Het uiteindelijke doel is om verspreidingspatronen te begrijpen als gevolg van historische beperkingen, in wisselwerking met de huidige selectie. De groep verwacht dat dit begrip ook zal bijdragen aan het behoud van de natuur rondom ons.

Voor meer informatie:
• dr. Christiaan Both, Rijksuniversiteit Groningen, Dierecologie, 06-41346832 / 050-3632235 / 050-5370502 (privé), c.both@rug.nl
• prof.dr. Marcel Visser, NIOO-KNAW Centrum voor Terrestrische Ecologie, Heteren, 06-51392453 / 026-4791253, m.visser@nioo.knaw.nl
• wetenschapsvoorlichter ir. Froukje Rienks, NIOO-KNAW, Nieuwersluis, tel. 06-10487481 / 0294-239303, f.rienks@nioo.knaw.nl

Voor journalisten is het mogelijk om een keer met de onderzoekers mee het veld in te gaan. Het broedseizoen gaat nu van start en het veldwerk is al in volle gang.

Er zijn enkele foto's van bonte vliegenvangers beschikbaar. Zie onder voor voorbeelden.

Artikel: Climate change and population declines in a long-distance migratory bird. Christiaan Both, Sandra Bouwhuis, Kate Lessells & Marcel Visser, Nature, blz. 81-83, 4 mei 2006.

Embargo-regeling van Nature: The content of the press release and papers is embargoed until 1800 hrs London time on 03 May, the day before publication. Wire services stories must always carry the embargo time at the head of each item, and may not be sent out more than 24 hours before that time. Journalists should seek to credit the relevant Nature publication as the source of stories covered. Ruth Francis, Nature London, Tel: +44-20-78434562; Fax: +44-20-78434951, E-mail: r.francis@nature.com.

Een filmpje(nieuwsclip) over dit onderwerp zal te vinden zijn op: www.opgewarmdnederland.nl/nieuwsclips.htm, de website over de effecten van klimaatsverandering op de Nederlandse natuur. 'Wordt het stil in het bos?

Website Rijksuniversiteit Groningen: www.rug.nl

Website Battle of the Universities, Groningen: www.rug.nl/biologie/academischejaarprijs/index

 

De mannetjes van de bonte vliegenvanger zijn (bruin)zwart-wit. Zij komen als eerste aan in de broedgebieden en zoeken daar een mooie plek uit. Vervolgens verleiden ze de vrouwtjes met uitbundig gezang.  Foto Christiaan Both

 

De bruinere vrouwtjes vliegenvangers slaan tegenwoordig na aankomst uit Afrika in Nederland meteen aan het paren – liefde op het eerste gezicht? – en broeden. Foto Christiaan Both

 

De eerste eieren verschijnen eind april of begin mei. Foto Christiaan Both

 

Na twintig dagen komen de eieren uit. Deze jongen zijn aan hun tweede dag begonnen. Als er nu maar genoeg rupsen zijn om op te eten.Foto Christiaan Both

  • KNAW
  • intranet
  • privacy statement
  • login

NIOO KNAW